De MANIAC – Benjamín Labatut

Dit boek gaat over de geschiedenis van computers, die ons leven hebben veranderd. Het is geen technisch boek, maar het gaat vooral over de levens van beroemde wetenschappers en de invloed die ze hebben gehad op onze wereld. Het start met de natuurkundige Paul Ehrenfest in 1933. Ik vind het boeiend om te lezen.

Het grootste deel van het boek gaat over John von Neumann. Die werkte mee aan de atoombom en de waterstofbom. Hij was geobsedeerd door de wiskunde erachter. Zijn leven wordt verteld door de ogen van diverse mensen die hem goed hebben gekend. Benjamín Labatut gebruikt echter dezelfde stijl voor de meesten van hen, met erg lange zinnen en moeilijke woorden. Daardoor krijgen de verschillende wetenschappers geen eigen gezicht voor mij. Een uitzondering zijn de hoofdstukken van zijn moeder en van één van de collega’s, die ineens heel korte zinnen gebruiken. Het geheel is vast een hele kluif geweest voor Dirk-Jan Arensman, die een knappe prestatie heeft geleverd met zijn vertaling uit het Engels.

Verder lezen

Lessons in chemistry – Bonnie Garmus

Scheikunde, roeien en feminisme rond 1960, daar gaat Lessons in chemistry over. Het boek start met een scène waarin Madeline Zott zo’n lekkere lunch mee naar school neemt dat een klasgenootje het elke dag afpakt en opeet. Haar moeder Elizabeth belt naar de vader van het betreffende meisje. Die werkt bij de televisie en voor ze het weet heeft Elizabeth een eigen kookprogramma.

Dan springt het verhaal tien jaar terug naar 1952. Elizabeth werkt in een scheikundig lab waar ze zwaar ondergewaardeerd wordt door alle mannelijke collega’s om haar heen. Als ze het privé-lab van Calvin Evans binnenstapt, wordt ze afgesnauwd. Maar ze heeft bekerglaasjes nodig en jat een hele doos van Calvin, die er toch genoeg heeft. Ondanks deze slechte start, worden Elizabeth en Calvin verliefd op elkaar. Ze gaan samenwonen en hond Six-Thirty komt erbij, die is op een dag komen aanlopen. Hij is ook erg intelligent en Elizabeth leert hem woorden.

Verder lezen

Waarom we niet bang hoeven te zijn voor kernenergie – Marco Visscher

Toen ik vorig jaar meeliep met de Klimaatmars, trof ik veel eensgezindheid. Maar er was één duidelijke tegenstelling: er liepen mensen rond met borden tegen kernenergie én er waren mensen die juist voor kernenergie demonstreerden. Toen kwam het boek Waarom we niet bang hoeven te zijn voor kernenergie uit en die titel trok mijn aandacht.

Marco Visscher vertelt de geschiedenis van de kernenergie in klare taal. Hij is geen techneut en je zult in dit boek dan ook geen technische uiteenzetting vinden over hoe een kerncentrale precies werkt. Het gaat meer over de mensen, te beginnen met de ontdekkers van straling. Dat was een geweldige ontdekking. De uitvinding van de röntgenfoto’s heeft veel invloed gehad op de medische zorg. Helaas ondervonden onderzoekers ook de nadelen nadat ze aan veel te veel straling werden blootgesteld.

Verder lezen

Een immense wereld – Ed Yong

Voor mensen zijn zien en horen de belangrijkste zintuigen, maar voor honden is dat ruiken. Ze snuffelen heel wat af en nemen de wereld op een heel andere manier waar dan wij. Vogels kunnen ultraviolet licht zien, wat voor ons mensen onzichtbaar is.

Een immense wereld gaat over zintuigen in het dierenrijk. Elk hoofdstuk gaat over een andere manier om waar te nemen: zien, horen, ruiken, proeven en voelen zijn ons bekend, maar er zijn ook dieren die magnetische of elektrische velden kunnen waarnemen. Wetenschapsjournalist Ed Yong heeft zich grondig verdiept door uitgebreid literatuuronderzoek te doen en biologen te interviewen. Hij schrijft zeer toegankelijk. De Nederlandse vertaling van Menno Grootveld is opvallend goed en leest prettig. Ik vind het fijn dat ik niet steeds allerlei Engelse dierennamen hoef op te zoeken, al doe ik dat af en toe toch om te zien hoe de diverse dieren eruitzien. Of ik blader even naar het fotokatern om te kijken of ze daarin staan. De kleurige foto’s met korte teksten vormen een samenvatting van het boek.

Verder lezen

Zoönose: hoe dodelijke ziekten van dier naar mens overspringen

Infectieziekten interesseren mij sinds mijn studie wiskunde met biologie. De verspreiding van besmettelijke ziektes ligt immers op het snijvlak van die twee vakken. Toen de coronapandemie uitbrak, vond ik dat eng en spannend, maar ook interessant. Na een tijdje waren we het met z’n allen zat. Het duurde dan ook even voor ik zin had om een heel boek over dit onderwerp te lezen. Mijn interesse won het en ik begon aan de dikke pil Zoönose, een boek dat eerder onder de titel Van dier naar mens is uitgegeven.

De Amerikaanse David Quammen is geen epidemioloog, maar journalist voor onder andere National Geographic. Hij heeft zes jaar lang aan dit boek gewerkt en reisde daarvoor de hele wereld rond. Hij beschrijft uitgebreid hoe virologen op zoek gingen naar de oorsprong en verspreiding van diverse ziektes die zijn overgesprongen van dieren naar mensen. Bij elke wetenschapper begint hij met een korte beschrijving van diens uiterlijk. Misschien doet hij dat om je een beeld van die persoon te laten vormen, maar het komt niet altijd even aardig over. De schrijfstijl is erg gedetailleerd. Ik vind het eerste hoofdstuk zo langdradig dat ik in aarzel of ik verder wil met dit boek.

Verder lezen

Paul Erdős: The man who loved only numbers

Tijdens mijn studie wiskunde hadden we het weleens over beroemde wiskundigen die we bewonderden. Paul Erdős sprak ons erg aan, met zijn uitspraken over God die een groot boek heeft met de elegantste bewijzen van alle wiskundige stellingen. Niet dat Erdős serieus gelovig was, maar het idee is toch prachtig.

The man who loved only numbers beschrijft het leven van Paul Erdős. Hij werd geboren in 1913 in Hongarije. Wiskunde was zijn grote liefde. Hij reisde de hele wereld rond en logeerde dan altijd bij collega-wiskundigen, die hij uitputte met zijn enorme werklust en praktische onhandigheid. Het was zijn gewoonte om ergens onaangekondigd aan te bellen en te zeggen: ‘My brain is open.’ Daarna volgde dan iets als: ‘Let n be an integer…’ om zijn gastheren en -vrouwen dan tot in de kleine uren uit te dagen en samen wiskunde te doen.

Verder lezen

De kwestie God – Karen Armstrong

Een jaar of tien geleden las ik Een geschiedenis van God van Karen Armstrong. Daarin beschrijft ze het ontstaan en de ontwikkelingen van de drie monotheïstische godsdiensten. Ik was onder de indruk van wat zij vertelde; hoe weinig wist ik hierover! Het gaf me een nieuwe kijk op geloof en daarom wilde ik De kwestie God ook graag lezen. De twee dikke boeken stonden jarenlang naast elkaar in mijn kast, de ene gelezen en de ander ongelezen. Laatst pakte ik het groene boek er spontaan uit, sloeg de eerste bladzijde op en was meteen weer geboeid. De opbouw is weer chronologisch, maar deze keer focust Karen Armstrong op het godsbeeld van mensen door de eeuwen heen.

Verder lezen

Immuun – Daniel M. Davis

Nu we te maken hebben met een pandemie, staat het immuunsysteem weer meer in de belangstelling. Wetenschappers en farmaceuten werken zich een slag in de rondte om zo snel mogelijk en vooral als eerste met een vaccin te komen. Maar de experts weten ook heel goed dat zoiets niet snel kan. Het kost tijd om een virus te leren kennen met al z’n eigenaardigheden en om daar dan een remedie tegen te verzinnen. Daarbij wordt altijd gebruik gemaakt van mechanismen van ons eigen immuunsysteem.

In Immuun vertelt hoogleraar Daniel M. Davis over al die verschillende cellen die ons lichaam beschermen tegen ziektes of die juist ziektes veroorzaken. In de afgelopen eeuw is er veel vooruitgang geboekt in het begrijpen hiervan, maar het wordt ook keer op keer duidelijk dat het nog complexer is dan wetenschappers al dachten. Verder lezen

Dierentalen – Eva Meijer

Er zijn maar een paar soorten dieren die praten zoals mensen dat doen en geen ander dier heeft een geschreven taal zo uitgebreid als de mens. Hieruit zou je kunnen concluderen dat dieren nu eenmaal niet zo intelligent zijn als mensen en dat ze geen complexe taal nodig hebben, omdat ze instinctief handelen en geen ingewikkelde emoties hebben. Deze denkbeelden hebben het onderzoek naar communicatie tussen niet-menselijke dieren tot nu toe behoorlijk vertraagd. Maar er zijn ook wetenschappers die verder kijken dan hun neus lang is. In Dierentalen geeft Eva Meijer een grondig en bondig overzicht van hun bevindingen.

Verder lezen

Briljant groen: de intelligentie van planten

Planten zijn net buitenaardse wezens: ze zijn zo anders dan wij dat we niet inzien hoe intelligent ze zijn. In Briljant groen laat hoogleraar Stefano Mancuso je de schellen van de ogen vallen. Hij begint daarvoor met de visie van de meeste mensen op planten, die gevoed is door religie en filosofie. Het zit in onze cultuur dat we de mens als meest ontwikkelde wezen zien. Daarbij vergeten we dat planten meer dan 99,5% van de biomassa uitmaken. De meeste planten kunnen prima zonder mensen en andere dieren leven, maar wij kunnen onmogelijk zonder planten.

Verder lezen